Workcamp in Kisumu
Nou daar ben ik weer hoor! Ik dacht dat ik pas de 27e weer terug zou gaan naar Nairobi maar dat werd toch de 22e. Ik ben in totaal 10 dagen op het kamp in Kisumu geweest en ik heb in die tijd heel veel gezien en gedaan! Ik heb ondertussen alles wel opgeschreven en het is een gigantisch lang verhaal geworden dus neem even de tijd ;) Vrijdag de 13e heb ik zo’n beetje de hele dag in een bus doorgebracht. Ik had de wekker gezet op 6 uur omdat ik om 7 uur zou worden opgehaald, die wekker heb ik dus gemist en om 10 voor 7 schrok ik wakker, lekker bezig Roos. Gelukkig was Eugene ook te laat en had ik nog genoeg tijd om me klaar te maken. Om 9 uur zat ik in de bus van Nairobi naar Kisumu. Het was een lange, vermoeiende en vooral warme busreis. De bus schommelde echt alle kanten op, doodeng af en toe. In Kisumu werd ik van de bus gehaald door Dominic en Martin, ook 2 lokale vrijwilligers van CIVS. Ze kwamen precies op tijd want er was net een of andere rare Keniaan naast me komen zitten die heel graag m’n nummer wilde hebben. Ik werd gelukkig gered door Dominic en Martin. Samen met hen en 3 vrijwilligers uit Hong Kong ben ik naar het project gelopen. Het was daar wel even anders dan in Nairobi. Het terrein bestond uit 5 hutjes van klei en een soort mini hutje wat een WC moest voorstellen (lees: een gat in de grond). Stromend water was er niet en dat betekende douchen met koud water dat je telkens over jezelf heen moest gooien vanuit een emmer, lekker wakker worden zo. En het belangrijkste: er was geen wifi. Dat had ik van te voren al zien aankomen maar het was toch enigszins een teleurstelling toen ik die bevestiging eenmaal kreeg.
Ondanks alles wende ik al snel aan de hele toestand. Er liepen daar zo’n 15 kinderen rond uit het hele dorp die het geweldig vonden om naar ons te kijken en met ons te spelen. Ik was daar net een leeuw in de dierentuin. Als ik de deur opendeed stonden er minstens 3 kinderen naar me te staren. Ook dat was even wennen, maar ik kon er wel om lachen. De eerste nacht was wel even zwaar. Ik sliep op de grond op een soort matje die superplat was en verder had ik alleen m’n slaapzak en m’n kussen. ’s Ochtends begon er om 6 uur al een haan te kraaien en die hield niet meer op. Dat gebeurde iedere dag helaas… Die zaterdag zijn we met de groep naar het centrum van Kisumu gegaan. We hebben daar een boottocht gedaan op Lake Victoria en nijlpaarden kunnen zien. Er was niet zo heel veel te zien want ze waren voornamelijk onder water maar toch was het heel leuk om de dieren een keer van dichtbij te kunnen bekijken.
Verder hebben we die dag vooral gewoon rondgelopen en ook in Kisumu was ik net een beroemdheid. Ik weet nu hoe Justin Bieber zich moet voelen als ‘ie een dag gewoon door de stad wil lopen. Het enige wat miste waren de gillende tienermeisjes en de bodyguards, maar verder was het zeker vergelijkbaar. Die zondag was vooral bedoeld als uitrustdag. We zijn even naar het dorpje dichtbij gelopen om wat te halen in de supermarkt daar maar verder was het gewoon een dag op het kamp. Maandag zouden we modder op het huis van de overbuurvrouw aanbrengen om het te verstevigen voor het regenseizoen, maar aangezien er een probleem was met het water moesten we eerst voor water zorgen. ’s Ochtends zijn we naar de rivier gelopen met allemaal lege flessen en een lege kar om water te halen. De terugweg was een hele uitdaging. De wegen zijn ontzettend slecht daar en de kar was heel erg zwaar door al het water. Er werd ons verteld dat we maar gewoon vooruit moesten lopen omdat we toch niet echt konden helpen, wat waar was maar toch voelde het een beetje raar. Iedereen was keihard aan het werk en wij liepen gewoon een beetje in de zon. Om 12 uur waren we klaar met al het water maar omdat het hier van 12 tot ongeveer 4 uur onmogelijk is om buiten te werken omdat het veel te warm is, hebben we de rest van de dag ook niet zoveel gedaan. Ik ben samen met Hannah (een vrijwilliger uit Engeland), Dennis en Moses (twee lokale vrijwilligers van CIVS) naar een soort kroeg geweest in de buurt om even wat koels te drinken en de tijd te doden. Je zou denken dat de mensen in Kisumu inmiddels wel gewend waren aan het idee dat er witte mensen rondliepen, maar nee hoor. We werden nog steeds overal aangestaard en nageroepen, dat blijft raar. Toen we op de markt waren begon er zelfs een random vrouw foto’s van ons te maken (met flits, betrapt!). Hannah en ik hebben bedacht dat we hier geld voor zouden moeten vragen, het zou een gouden business worden. 100 shilling per foto, het geld zou binnen stromen. Over geld gesproken, hier denkt iedereen dat alle witte mensen super rijk zijn en iedereen wil geld hebben. Op het kamp zelf werd er een paar keer aan ons gevraagd of we voor de studie van een kind wilden betalen of dat we wilden bijdragen aan een of ander wetenschappelijk onderzoek voor de universiteit. Maandag kwam er een man in pak het terrein oplopen die zomaar onze kamer inliep en ons tandpasta probeerde te verkopen. We komen echt de raarste dingen tegen hier. Omdat we maandag water hadden gehaald konden we dinsdag beginnen met het verstevigen van het huis. Weer een hele ervaring kan ik je vertellen! Als eerste werd het water bij het zand gegooid waardoor het modder werd en vervolgens moesten we er doorheen gaan lopen om het te mengen. Net zoals ze doen bij wijn maken maar dan met modder. Volgens mij zijn m’n voeten nog nooit zo vies geweest en ik had het idee dat ik ze ook nooit meer schoon zou krijgen. Niet met de douche die we daar hadden in elk geval.
Toen de modder goed gemengd was moesten we alles gewoon tegen de muren aangooien, alles bleef plakken. Dat was eigenlijk best nog wel leuk om te doen, maar ook heel vermoeiend. Zeker omdat ik dit soort werkzaamheden totaal niet gewend ben en het toch wat meer armspieren vereist dan die van mij. ’s Middags ben ik weer met Hannah, Moses en Dennis naar de bar geweest waar we maandag ook geweest waren. Het was een stuk rustiger en we hebben een paar potjes pool kunnen spelen. Overal komen we rare mensen tegen, ook weer in de bar. Een vrouw was ontzettend dronken en bleef maar naast ons zitten en naar ons staren. Ze wilde de hele tijd aan Hannah d’r haar zitten en zat de hele tijd heel creepy te lachen. Het was in elk geval geen enge man die met ons wilde dansen zoals we zaterdagavond hadden, dus dat was een hele verbetering. ’s Avonds hebben we met z’n allen rond het kampvuur gezeten en ik ben weer vroeg naar bed gegaan. Woensdag hebben we best wel veel gedaan in vergelijking met de andere dagen. ’s Ochtends zijn we naar een oude vrouw in het dorp gelopen die last had van een soort insecten die in d’r voeten zaten. Het idee was dat de vrijwilligers haar voeten zouden behandelen maar we lieten het toch liever over aan de mensen hier. Jeetje wat zag dat er smerig uit zeg! Ben ik blij dat ik naar een weeshuis ga en niet naar een of ander medisch project. Op de terugweg liepen we langs het schoolplein van een basisschool en letterlijk alle kinderen op het plein kwamen schreeuwend en lachen op ons afrennen. Het was dat er een hek om het plein heen stond, anders hadden we allemaal minstens 10 gillende kinderen om ons heen gehad. ’s Middags hebben we ook echt een basisschool bezocht.Het is zo mooi om te zien hoe welkom we overal zijn. Overal worden we thuis uitgenodigd en welkom geheten en er wordt altijd gevraagd of we alsjeblieft nog een keer terug willen komen. Ook op de school die we bezocht hebben. We kregen een korte rondleiding van de directrice en in elk klaslokaal werden we heel enthousiast begroet door alle kinderen. We waren rond half 4 op school en dat was ook de tijd dat de kinderen klaar waren dus we konden samen met de kinderen naar buiten om spelletjes te doen. Op een gegeven moment zat ik samen met Kathy en Yan (twee vrijwilligers uit Hong Kong) midden in een grote kring met allemaal Keniaanse kinderen. Om de beurt vertelden ze verhalen over tijgers, zebra’s en leeuwen. Ik kon het niet allemaal volgen met het was wel superleuk dat ze dat voor ons wilden doen.
Het is echt bizar om te zien hoe blij de kinderen worden van ons. Hoewel dat heel leuk is, voelt het toch ook een beetje raar. Ze willen zo graag dat we met ze spelen en praten en naar hun huis komen, terwijl wij ook gewoon maar mensen zijn maar dan met een ander kleurtje geboren in een ander land. Vooral hier in Kisumu zijn er gigantische verschillen tussen hoe wij leven en hoe zij leven. Maar het mooiste vind ik dat ik hier nooit iemand hoor klagen over hoe slecht de verbinding is of over het gat in de grond wat een toilet moet voorstellen. Ze zijn hier allemaal zo dankbaar voor alles en dat merk je in alles. De kinderen weten van de grootste rotzooi een geweldig spel te maken waar ze dagen mee bezig kunnen zijn. Prachtig! Donderdag zijn we de hele ochtend bezig geweest met het versjouwen van grote bomen om een nieuw huis te kunnen bouwen voor een alleenstaande vader van 3 kinderen. Yan heeft het helemaal gefinancierd samen met wat vrienden uit Hong Kong. De vader was zo blij, zo mooi om te zien! Het was wel echt een verschrikkelijke rotklus. Samen met Hannah heb ik telkens één boom gedragen op onze schouders. M’n schouders hebben heel erg geleden donderdag en ik heb er nog wel een tijdje last van gehad, maar: het was voor een goed doel! Je kon echt zien hoe dankbaar de vader van de kinderen was dat we hem zo hielpen en een heel nieuw huis (lees: hutje van klei met een golfplaten dak) voor hem wilden bouwen. De rest van het project hebben we helaas niet kunnen helpen omdat we zondag alweer weg gingen. Donderdagmiddag hebben we vooral spelletjes gedaan met de kinderen op het kamp en lekker uitgerust, er was niet echt een planning wat ook wel lekker was. ’s Avonds hebben we weer met z’n allen rond het kampvuur gezeten en heb ik wat dropjes uitgedeeld die ik had meegenomen. Uit ervaring weet ik dat buitenlanders geen dropfans zijn en daar had ik ze al voor gewaarschuwd. Uiteindelijk vonden alleen Winnie (een Keniaanse vrijwilliger) en Zadock (onze host in Kisumu) de dropjes lekker, wat me nog verbaasde om eerlijk te zijn. Voor mij kwam het wel goed uit dat het bij de rest niet zo in de smaak viel want zo was er meer over om zelf op te eten. Vrijdag ben ik met Dominic, Kathy en Yan naar Kakamega Rainforest gereisd met de matatu. Vanaf de hoofdweg zijn we achterop een motor naar ons verblijfhuis gereden. Als je er over nadenkt is het levensgevaarlijk om met zo’n snelheid over een zandweggetje te rijden waar allemaal mensen op lopen en die vol zit met gaten en hobbels. Maar als je die gedachte wegliet was het echt geweldig! We gingen echt heel hard wat supergaaf was. Het nadeel was wel dat de wegen van zand waren en er dus allemaal stof opwaaide en echt overal terecht kwam. In ons verblijfhuis aangekomen moesten we nog wachten op onze gids, van wie het huis was, die ons de volgende morgen mee zou nemen naar het regenwoud om de zonsopgang te bekijken. Dominic ging boodschappen doen en toen bleven Kathy, Yan en ik achter met de ouders van onze gids. Ze waren ongeveer 85 jaar oud, spraken geen woord Engels en zaten ons alleen maar vanaf de andere kant van de kamer creepy aan te staren. Dat was nogal ongemakkelijk, maar we waren inmiddels wel wat gewend. Het huis waar we sliepen had een normale douche, heerlijk! Er was helaas geen warm water, maar een normale douchekop was al een hele verbetering ten opzichte van de emmer water op het kamp in Kisumu. We hebben vrijdagnacht daar geslapen en zaterdagochtend om kwart over 4 zijn Kathy, Yan en ik samen met onze gids Raphael naar het regenwoud gelopen. Wauw! Toen we buiten kwamen was de lucht super helder dus we konden ontzettend veel sterren zien, dat was al echt geweldig. De tocht naar de berg in het regenwoud duurde 2 uur… Het laatste deel was ontzettend stijl omhoog en we kwamen helemaal buiten adem boven. Daar hadden we van te voren niet op gerekend maar toen we boven kwamen was het het zeker waard. We hebben de zonsopgang perfect kunnen zien en het was echt prachtig!
We hadden een super uitzicht over het hele regenwoud en konden echt alle kanten op kilometers ver kijken. Supermooi! Op de terugweg hebben we nog aapjes gezien en om 9 uur waren we terug in het huis voor ontbijt. Na nog een keer gedoucht te hebben zijn we om 10 uur weer terug gegaan naar het kamp. Eerst met de motor weer naar de hoofdweg. Zelfs als je op een motor door Kenia rijdt word je als blanke nog overal nageroepen. Een tip voor degenen die het idee hebben dat ze te weinig aandacht krijgen: ga is een maandje alleen naar Afrika toe. Zoveel aandacht als je dan krijgt ga je je leven lang niet meer krijgen. Na de motor rit zijn we met de matatu terug naar het kamp gereden. Ook weer een hele ervaring. De matatu was geschikt voor 15 personen maar het is ons op een of andere magische wijze gelukt om er 22 mensen in te proppen. Dat was niet echt prettig maar ja, wat doe je eraan? Toen we weer op het kamp waren zijn we alvast een beetje begonnen met opruimen en schoonmaken, hoewel schoonmaken niet veel zin had daar want binnen 2 seconden zat alles toch weer onder het zand. ’s Avonds kwam de man voor wie we het huis gingen bouwen langs om ons nogmaals te bedanken. Het was zo ontzettend lief wat hij allemaal tegen ons zei! Het is zo mooi om te zien dat je met zo’n klein beetje geld en hulp zoveel voor iemand kan betekenen. Er is zo weinig voor nodig om iemands leven te veranderen, dat toont dit maar weer aan. Geweldig! De laatste avond zijn we vooral op tijd naar bed gegaan, de wekker stond weer op 6 uur dus om half 11 lagen we in bed. Vanochtend om half 8 kwam onze privé matatu ons ophalen, die hadden we bij een bedrijf gehuurd zodat we niet met een publieke bus hoefde te reizen wat niet handig zou zijn met alle bagage. Het was heel raar en ook jammer om weg te gaan en alle mensen daar ‘achter te laten’. Maar dat zal ik nog wel vaak mee gaan maken de komende 2,5 maand. Na zo’n 8 uur in de matatu te hebben gezeten kwamen we eindelijk in Nairobi aan en nu ben ik dus bij m’n gastgezin. Het zijn hele leuke, aardige mensen en ze hosten hier allemaal internationale gasten die op reis zijn. Ik deel de kamer met een meisje uit Colombia die hier nog 3 weken zal zijn, en in de andere kamer zitten nog een jongen uit Colombia en een jongen uit Engeland, ik weet niet precies hoelang die hier nog zullen blijven. De hostouders zijn al meerdere keren in Nederland geweest en waren vooral heel erg blij met de stroopwafels die ik voor ze had meegenomen. Ze kwamen gelijk met een boek aanzetten met allemaal foto's van Nederland die ze van hun Nederlandse vrienden hadden gekregen en begonnen random Nederlandse woorden te roepen die ze hadden geleerd. Het is allemaal even wennen maar ik weet zeker dat het snel goed zal komen. Morgen ga ik met Hannah, Kathy, Yan en Dominic naar het centrum van Nairobi omdat het de laatste dag is van Kathy en Yan. Zij vliegen morgenavond weer terug naar Hong Kong dus we gaan nog even afscheid nemen. Dinsdag zal ik dan eindelijk echt aan het werk gaan op m’n project!
Reacties
Reacties
Hey meissie, wat een verhalen! Ik vind t spannend wat je allemaal meemaakt, ontroerend en bijzonder. Je schrijft met een open blik, mooi! Trots op m'n grote dochter! Xxx
Ik heb genoten van je verhalen. Wat zijn jullie n aanwinst daar. Geniet en veel succes met alles. Dikke kus van Ans
Hé Roos!
Nog even wakker gebleven om je verhalen af te lezen. Wat heb je al veel meegemaakt in korte tijd. Leuk hoor, geniet er maar goed van! Tot je volgende verslag!
Groetjes Charlot
Wat ontzettend leuk om te lezen Roos, prachtige ervaringen. Hakuna Matata!
Hee lieve Roos,
Zo ontzettend leuk om te lezen wat je allemaal meemaakt! Je schrijft echt op een heerlijke manier, ik hoor het je zelf zo allemaal vertellen ;)
Ben weer benieuwd naar je volgende verslag!
Xx
Wat ontzettend leuk om te lezen en fijn dat het goed gaat met je
X
Leuk
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}